Digital Storytelling

Vertellen

Digital storytelling heeft aandacht voor een fijne en veilige ontmoeting. Met de foto’s en objecten kunnen de deelnemers zichzelf veilig onthullen. En ze proeven reeds van het spel van associatie en verbeelding.

Olga maakt kennis met de deelnemers. Ze kiest een foto of een voorwerp en vertelt daarmee iets over haar zelf. Aan de hand van een collectie foto’s of een verzameling objecten wordt ze speels uitgedaagd om een stukje van zichzelf en van haar kijk op de wijk/wereld vrij te geven.

Schrijven

Olga schrijft haar persoonlijk verhaal uit. In hoogstens een tiental zinnen bedenkt ze een scène uit de Anneessenswijk.

Schrijven

Ze focust op een terugkerende gebeuren, en zet zichzelf in scène als toeschouwer. Ze maakt er een persoonlijke bedenking bij.

Digital storytelling bereidt de deelnemers voor op het neerschrijven van een kort, persoonlijk verhaal, een verhaal dat iets dieps over de verteller vrijgeeft, over zijn verlangens, twijfels, dromen, kwetsuren. De begeleider leert de ‘storytellers’ om een gebeurtenis tot haar essentie terug te brengen. Hij nodigt hen uit om persoonlijk sterk in hun verhaal aanwezig te zijn. De begeleider waardeert, stimuleert en zorgt dat de deelnemers een klankbord kunnen zijn voor elkaar.

In beeld brengen

Het omzetten van woord in beeld vraagt wel wat voorbereiding. De sleutel daartoe is de story-board. De deelnemers tekenen boven elke lijn van hun verhaal een vierkant. Zo kunnen ze rustig zoeken hoe bij elke zin een treffend beeld te associëren. In de shift van geschreven taal naar een visuele taal, komt er veel ruimte vrij voor zelfexploratie. De persoonlijke diepte van het verhaal wordt beeld per beeld voor zichzelf zichtbaar.

In beeld brengen

Olga kiest zelf de vormtaal van haar digitaal verhaal. Wasco’s, krijt, poloden, penselen en magazines (voor collages) liggen voor haar klaar. Ze neemt ook foto’s van de wijkscènes waar haar verhaal zich ontvouwt. Eén deelnemer portretteert haar zijlings. Een ander deelnemer helpt haar met het inkleuren van haar tekeningen.

Inspreken

De geluidstechnicus heeft hier een belangrijke coachende rol. Hij waakt niet enkel over de technische kwaliteit van de opname. Hij heeft oog voor de juiste stemintonatie. Hij zorgt ervoor dat de deelnemers ook echt in hun verhaal zitten, niet teveel struikelen over woorden, of te snel spreken. De kwaliteit van de audio is erg belangrijk, want het is uiteindelijk de stem die ons raakt van persoon tot persoon. In de stem wordt de verre, onbekende ander een nabije, unieke ander. Het is precies die ervaring van nabijheid die onze aandacht opeist en ons even als luisteraar doet stilvallen.

Olga bereidt zich hier voor op het inspreken van haar tekst onder professionele begeleiding van een geluidstechnicus. In de stem van Olga hoor je haar betrokkenheid. Haar stem geeft aan haar verhaal een unieke signatuur.

Monteren

Deze fase is tegelijk technisch en symbolisch. De deelnemers leren allerlei vaardigheden aan, en tegelijk ontdekken ze zich geruisloos als regisseur van hun eigen levensverhaal. De koptelefoon wordt symbool van een stil, meditatief gebeuren.

Olga gaat zelf aan de slag met monteer software om haar foto- en video opnames in de juiste volgorde te zetten. Ze zit voor haar pc en kruipt als het ware in haar monteerkamer. Olga componeert net als een filmmaker een afgerond expressief geheel.

Tonen

Digital storytelling zet het waarderende en verbindende karakter van verhaalvertelling in de verf. Het toonmoment is een sterk ritueel dat het proces afrondt en de deelnemers enthousiast bevestigt in hun moed, authentiek streven en waardigheid. Insjalet maakt dit toonmoment tot een uniek wijkgebeuren. In de mobiele cinema wordt de wijk visueel zichtbaar en hoorbaar door een prisma van unieke wijkverhalen. Een toonmoment kan omkantelen in een wijkdebat of dialoog.

Olga toont fier haar verhaal aan de andere deelnemers en kijkers. Tijdens het toonmoment krijgt ze applaus van het publiek. De wijkbewoners horen hoe haar verhaal in de wijk weerklinkt.