‘Herstelrecht in Brussel’ is een actie-onderzoek van Odisee rond wijk-en conflictbeleving in de Anneessensbuurt (2013-2015). De onderzoekers vonden hun inspiratie in ‘Herstelrecht’ (Restorative Justice): een internationale beweging van wetenschappers, burgers en professionals. Zij pleiten voor een alternatieve respons op delicten en conflicten. Geen lik op stuk beleid, geen harde repressie, maar dialoog. Geen straffen, maar herstel van vertrouwen. Geen polarisering, maar bemiddeling.
Herstelrecht in Brussel liet Restorative Justice neerdalen in de Anneessenswijk. Wijkwandelingen, digital storytelling en publieke toonmomenten van wijkverhalen stonden centraal. In de shift van theorie naar praktijk is het concept van Insjalet ontstaan. We droomden van een rustplek (chalet) in de broeierige stad. We droomden van een geïmproviseerde ruimte waar schurende wijkbeelden elkaar sereen ontmoeten.
Elkes exploratie van de wijk volgt het ritme van de liefde. Het eerste beeld van haar verhaal is een mannenlichaam met een ingekleurd hart. De kijker leest de wijk en haar condities vanuit haar ‘mouvements du coeur’. Dolverliefd was ze bij haar aankomst zestien jaar geleden, op het gezellige wijkleven, de groezelige Spaanse cafeetjes. De diversiteit maakt het vertoeven in de wijk pittig en pittoresk. Maar na verloop van tijd groeit de vermoeidheid, de afkeer (krijsende daklozen, glas dat in banden bijt). De kansarmoede en verloedering wegen op het gemoed, verwekken ontgoocheling en frustraties. Af en toe ontluikt die liefde weer, in kleine taferelen van samenhorigheid, in prikjes en brokjes natuur, in bevallige wijkimpressies die het leven weer kleur en klank geven.
Sow is een dertiger afkomstig uit Guinee. Zijn digitaal verhaal cirkelt rond een boom in het midden van het Fontainaspark. Die boom staat er echt maar het is tegelijk een betekenisvol symbool: een Baobab, een dikke, immense boom uit Afrika, met diepe wortels. In de boom komen Sow’s diepste verlangens rond Anneessens en zichzelf samen. Een baobab is ‘un arbre à palabres’, het middelpunt, waarrond mensen samen discussiëren en zelf hun problemen oplossen. Sow ziet zichzelf als zo’n palaverboom, als een diep verwortelde referentiefiguur die groepen en mensen met elkaar verbindt, die bemiddelt in conflicten.
De getuigenis van Sow is een verwortelde wijkbeleving. Verwortelde bewoners zijn vaak geboren of opgegroeid in de wijk, of ze wonen er al meer dan twintig jaar. Zij identificeren zich sterk met de buurt, zien zichzelf als referentiefiguren in de wijk, ze zijn gekend en kennen veel mensen in de wijk. Ze zien zichzelf als deel van de wijk (van het wijkdécor), ze ontlenen hun identiteit vaak sterk vanuit de blik van medebewoners. Sow definieert zichzelf als ‘le président des jeunes’. De wijk is zijn natuurlijke biotoop. De wijk is zijn vrijheid en levensdoel.
Digitale verhalen kunnen kritisch en tegelijk eerlijk bevragend zijn. Dat blijkt uit dit verhaal van Olga. Haar focus is een veelbesproken thema in de wijk. De jongeren die in kleine groepjes de straat bevolken, wat rondhangen in het park of met één voet de muur van de crèche staande houden.
Olga is zich bewust van haar verschijning als blonde, jonge vrouw. Ze is ondertussen gewend aan hun aanwezigheid en opmerkingen. Toch leest de digital story als een schuring van leefwerelden. Haar leven dat ze vult met theater, cinema, pizza’s bakken met de kinderen, en de wereld van die jongeren die ze niet kan duiden en vatten: Waarom zijn ze daar? Waarom genieten ze niet volop van hun leven?